085 – 303 86 20

Zo werkt het hart

Het hart is een holle spier en functioneert als een pomp. De hartkleppen zorgen ervoor dat de bloedstroom de juiste richting heeft. Per minuut wordt ongeveer 4-5 liter bloed uitgepompt zodat voldoende zuurstof en voedingsstoffen alle cellen in het lichaam kunnen bereiken.

Deze ingesloten video kan niet worden getoond vanwege uw cookie-instellingen. Pas uw instellingen aan op de cookiepagina, of bekijk de video op YouTube.

De bloedcirculatie

De rechterboezem ontvangt (zuurstofarm) bloed uit de aders van het hele lichaam en geeft dit (via de tricuspidalisklep) door aan de rechter hartkamer. De rechter hartkamer pompt het bloed (via de pulmonalisklep) door de longslagader naar de longen. In de longen wordt zuurstof aan het bloed toegevoegd. 

De linkerboezem ontvangt het (zuurstofrijke) bloed uit de longen en geeft dit (via de mitralisklep) door aan de linker hartkamer. De linker hartkamer pompt het bloed (via de aortaklep) naar de aorta waarna het naar alle organen wordt getransporteerd om aldaar zuurstof en voedingsstoffen af te geven. 

Elektrisch geleidingssysteem

Het hart wordt aangedreven door een elektrische puls die ontstaat in de 'sinusknoop'; vandaar ook dat het normale hartritme 'sinusritme' wordt genoemd.

Deze elektrische puls wordt voorgeleid door de boezems en vervolgens vertraagd in de atrioventriculaire knoop (AV) die zich in de isolerende laag tussen de boezems en kamers bevindt. Deze AV knoop is de enige elektrische verbinding tussen boezems en kamers. De vertraging in de AV knoop is nodig om de boezems de tijd te geven zich te ledigen in de hartkamers.

De elektrische prikkel zet de hartspiercellen aan tot samentrekking. Door de geordende elektrische puls zal het hart tot een geordende samentrekking (contractie) komen en en het bloed wordt uitgepompt.

Bij een ritmestoornis ontstaat het ritme niet in de 'sinusknoop' maar elders in het hart waardoor geen geordende contractie plaatsvindt.

Hartkleppen

De hartkleppen zorgen ervoor dat de bloedstroom de juiste richting heeft. Er zijn 4 hartkleppen die ieder een specifieke taak hebben.

  1. De aortaklep
    Deze bevindt zich tussen de linker hartkamer en de aorta. Deze klep opent als de linker hartkamer samentrekt (systole) en sluit als de ontspanning (diastole) van de linker hartkamer begint.

  2. De mitralisklep
    Deze bevindt zich tussen de linkerboezem en de linker hartkamer. De klep opent tijdens de ontspanning van de linker hartkamer zodat het bloed vanuit de linkerboezem naar de linker hartkamer kan stromen. Als de linker hartkamer samentrekt dan sluit de mitralisklep ter voorkoming van terugstroom van bloed naar de linkerboezem.

  3. De pulmonalisklep
    Deze bevindt zich tussen de rechter hartkamer en de longslagader. Deze klep opent als de rechter hartkamer samentrekt (systole) en sluit als de ontspanning (diastole) van de rechter hartkamer begint.

  4. De tricuspidalisklep
    Deze bevindt zich tussen de rechterboezem en de rechter hartkamer. De klep opent tijdens de ontspanning van de rechter hartkamer zodat het bloed vanuit de rechterboezem naar de rechter hartkamer kan stromen. Als de rechter hartkamer samentrekt dan sluit de tricuspidalisklep ter voorkoming van terugstroom van bloed naar de rechterboezem.

Als een hartklep niet goed sluit dan lekt het bloed terug in het compartiment waar het vandaan kwam en spreekt men van een insufficiëntie.

Als een hartklep vernauwd is dan ondervindt het bloed hinder bij het passeren van de klep. Dit wordt een klepstenose genoemd.

Hartspiercellen

Het hart is opgebouwd uit een 'bindweefselskelet' waar de hartspiercellen op zijn gevormd. Deze cellen zullen, telkens wanneer zij een puls ontvangen, samentrekken waarbij zij het bloed wegpompen.

Als de hartspiercellen of het bindweefselskelet beschadigd zijn, spreekt men van een cardiomyopathie (letterlijk: een zieke hartspier). Deze ziekte leidt tot een stoornis in de pompfunctie (hartfalen) en kan verworven (onbehandelde hoge bloeddruk, klepafwijkingen, snelle ritmestoornis etc) of erfelijk zijn (DNA-afwijking / gen-mutatie) .

Kransslagaders

Kransslagaders worden ook wel coronairarteriën genoemd. Zij ontspringen uit de grote lichaamsslagader (aorta) en lopen aan de buitenkant van het hart. Via deze slagaders wordt de hartspier van zuurstofrijk bloed voorzien. Zonder zuurstof kunnen de hartspiercellen hun knijpfunctie niet uitvoeren en zullen zij dood gaan (hartinfarct).

Er zijn 3 kransslagaders:

  • linker anterior descenderend kransslagader (LAD)
  • circumflex kransslagader (CX)
  • rechter kransslagader (RCA)

Als een een vernauwing aanwezig is in het vat dan kan een 'Dotterbehandeling' of bypass operatie worden uitgevoerd om de bloedtoevoer naar de hartspier te herstellen.

Tip

Wilt u meer lezen over de werking van uw hart. De Hartstichting legt ook veel over dit onderwerp uit.